7 april

Bij aankomst in Chiang Mai ga ik heel luxe een kop koffie drinken bij Starbucks. Daar probeer ik een planning te maken voor de aankomende dagen en zal moeten beslissen of ik naar Laos ga of toch in Thailand blijf. Na wat wikken en wegen wordt het toch echt Laos, lijkt me super om dat land ook te zien als het kan. Na het aanschaffen van een Loneley Planet van Laos ga ik naar het busstation voor een ticket naar Chiang Rai. Dit is een doorsteekroute naar de grens en hier zal ik proberen een twee- of driedaagse trektocht te regelen. De bus komt echter pas drie uur later. Deze tijd gebruik ik om in een internetcafé mijn verslagen bij te werken en te eten.
Het is een mooie busrit, die al snel door het groen van de bergen kronkelt. Er is een grote verscheidenheid aan vegetatie. De dorpjes zijn heel afwisselend, de ene keer zijn de huizen gemaakt van beton, sommige zien er zelfs luxe en modern uit, daarnaast staan ook nog gewoon de bamboehutjes en de huisjes met golfplaten- daken.
Bij aankomst in Chiang Rai zie ik een straat met allemaal goudkleurige lantaarnpalen op het midden van de weg, die gedomineerd wordt door een eveneens grote, gouden klokkentoren. Dit is duidelijk de eyecatcher van de stad. In het verlengde daarvan heb ik een guesthouse uitgezocht en ik ben blij om te horen dat ze plek hebben. Het is een leuk en vrolijk gekleurd guesthouse dat voornamelijk bestaat uit hout in een scala aan kleuren en een zwembad aan de bar. Mijn kamer is schattig en mooi, heel sfeervol, de badkamer is groot.
Nadat ik opgefrist ben loop ik de stad in en probeer een leuke trekking te vinden. Uiteindelijk lukt dit niet omdat ik maar alleen ben, het is geen toeristenseizoen. Ik kan wel met een groep mee maar dat is maar één dag. Ik besluit om het in Laos te proberen. Helaas, het zou hier prachtig geweest zijn. Ik bedenk hoe ik zelf iets in- elkaar kan steken waarmee ik de omgeving kan zien en misschien olifant kan rijden. Ik doe wat navraag en vind een fantastische plek in de bergen, bij een Akha Hill Tribe stam én vlak bij een olifantendorp. Ik kan met mensen meerijden om half vijf in de middag en dan ga ik weer terug om half tien, maar dan heb ik niet de mogelijkheid om nog een wandeling te maken of naar het olifantendorp te gaan, dus hier puzzel ik nog even over.
Chiang Rai is een kleinere stad dan Chiang Mai, gezelliger en het centrum is overzichtelijk doordat je je makkelijk kunt oriënteren door de klokkentoren. Na nog een wandeling door de stad, die ik al aan alle kanten doorkruist heb, ga ik lekker naar bed om een nachtje te slapen en om over mijn plannen te denken.